Met het openbaar vervoer op stap

Met het openbaar vervoer op stap

Een van de meest fijne manieren om je door ons land heen te verplaatsen is het verplaatsen met het openbaar vervoer, wat ook wel het publiek vervoer. Het publiek vervoer bestaat in ons land uit het reizen met de trein, bus, tram of metro. Het reizen met het publiek vervoer is niet alleen voordelig, maar zorgt er ook voor dat je je makkelijk van het ene punt naar het andere punt kan verplaatsen. Wat is het openbaarvervoer precies en hoe gaat dat allemaal in zijn werk? 

Wat is openbaar(publiek) vervoer? 

Publiek vervoer is een manier waarop je jezelf kunt verplaatsen. Het is een openbare manier van vervoeren. Dat houdt eigenlijk in dat iedereen gebruik mag maken van deze vorm van verplaatsen, als er natuurlijk een vervoersbewijs weerlegd kan worden bij een eventuele controle. Een gedeelte van de kosten voor het openbaar vervoer worden door de overheid betaald.

Het publiek vervoer is onder te verdelen in twee soorten openbaar vervoer. Dit zijn het stadsvervoer en het streekvervoer. In steden wordt er heel veel gebruik gemaakt van het openbaar vervoer. Wanneer meerdere mensen gebruik zouden maken van het openbaar vervoer, dan zullen er minder auto’s op de weg zijn.

In de steden wordt vaak gebruik gemaakt van de verschillende mogelijkheden binnen het openbaar vervoer. Er kan gekozen worden voor het reizen met de Bus, de tram en in de grote steden ook met de metro. 

Het streekvervoer is het vervoer dat plaatsvindt tussen verschillende dorpen en steden. Hiervoor worden over het algemeen treinen gebruikt, maar voor de kortere afstanden zijn er vaak ook bussen die je zou kunnen nemen. Stations zijn plaatsen waar over het algemeen alle verschillende soorten openbaar vervoer samenkomen, hier kun je dus heel makkelijk overstappen.

Het reizen met de trein

Treinen worden over het algemeen gebruikt voor het streekvervoer. De voorkant van de trein waar de machinist zit en de motor van de trein zich bevindt wordt ook wel de locomotief genoemd. Achter de locomotief hangen de wagons, die aan het eind afgesloten worden door wederom een locomotief.

Je kunt gebruik maken van verschillende soorten treinen. Een van deze treinen is een stoptrein. Een stoptrein stopt bij ieder station waar deze langs komt en ze rijden over het algemeen alleen maar korte afstanden. 

Sneltreinen worden ook wel de intercity treinen genoemd. Deze rijden dan langere afstanden die van stad naar stad gaan. Wanneer ze onderweg zijn zullen ze op een beperkt aantal stations stoppen, dit zijn namelijk alleen maar steden. 

Dan heb je ook nog de hogesnelheidstrein Deze stoppen op nog veel minder stations en halen een snelheid van meer dan 200 kilometer per uur. Reizen met de trein kun je in eerste en tweede klasse doen. Wil je graag luxe reizen, dan zou je voor de eerste klasse kunnen kiezen, hier betaal je natuurlijk wel meer voor. 

De bus

Bussen kun je in allemaal verschillende soorten en maten vinden. In kleine dorpen wordt vaak gebruik gemaakt van een minibus. Hier kunnen vaak niet meer dan acht mensen in vervoerd worden. In de stadsbussen kunnen wel tot 60 mensen worden vervoerd, dan heb je het alleen nog maar over de zitplekken die beschikbaar zijn in de stadsbus. 

In de stadsbus kun je ook staand vervoerd worden. Als de zitplaatsen vol zitten, kun je dan alsnog mee met de bus, je zal dan alleen wel moeten staan. Door deze staanplaatsen kunnen er alleen maar meer mensen vervoerd worden door een stadsbus. 

Bussen kunnen op verschillende soorten brandstof rijden. Maar over het algemeen is de brandstof die gebruikt wordt voor de bus diesel. De laatste soort bus is een trolleybus. Dit is een kruising tussen een tram en een bus. 

Het mooie van een trolleybus is, dat deze op elektriciteit rijden. In ons land rijdt de trolleybus alleen nog door Arnhem heen. Voor de rest zijn de trolleybussen uit het straatbeeld verdwenen in de gehele Benelux. 

De tram

In de steden wordt ook veel gebruik gemaakt van de tram. Dit zijn een soort treinen, maar die worden dan binnen de grote steden gebruikt. Een tram is een railvoertuig, net als de trein. Boven de weg hangen kabels en in de weg zijn rails aangebracht. Via deze rails en kabels weet de tram zich te verplaatsen op geleiding van elektriciteit. 

De kabels boven de weg worden ook wel de bovenleiding genoemd. De bovenleiding zorgt ervoor dat de tram voorzien wordt van de elektriciteit. Dit was niet vanaf het allereerste begin van de tram zo, de tram werd voorheen getrokken door paarden. 

Binnen de grote steden kun je ook gebruik maken van de sneltram. Dit is een kruising tussen een trein en een tram. Deze haalt hogere snelheden en stopt bij minder haltes dan de gewone tram. Utrecht en Amsterdam zijn voorbeelden van steden die een sneltram hebben. 

De metro

In de grote steden Rotterdam en Amsterdam kun je naast de nadere vormen van publiek vervoer ook gebruik maken van de metro. Metro verbindingen zijn over het algemeen sneller dan het reizen met de tram of bus. Vanaf de rand van de stad kun je binnen een paar minuten in het centrum van de stad komen. 

In Rotterdam kun je met de metro snel en makkelijk allemaal mooie locaties bereiken. Zo kun je makkelijk in de haven van Rotterdam komen, je kunt er heel makkelijk mee naar diergaarde Blijdorp reizen en je kunt er zelfs helemaal mee naar Den Haag reizen. 

Met het openbaar vervoer op stap

Oor het reizen met de metro heb je net als voor het reizen met de bus een geldig vervoerbewijs nodig. Dit is tegenwoordig in de vorm van een ov-chipkaart, of je kunt bij het station een dagkaartje kopen waar je dan de hele dag mee kan reizen. 

De ov-chipkaart

Reizen met het openbaar vervoer doe je met behulp van een ov-chipkaart. Mocht je als toerist Nederland bezoeken kun je een anonieme ov-chipkaart kopen, deze kun je dan steeds opnieuw opwaarderen bij een automaat of een balie op een station.